Woonhaven is intens bezig haar patrimonium duurzamer te maken.
Dit doen we op heel veel verschillende manieren.
Eén van die manieren wordt nu wel heel concreet: aansluiten op het warmtenet Antwerpen Noord.
Door een uniek samenwerkingsakkoord met Indaver, Port of Antwerp, Boortmalt, Fluvius en Stad Antwerpen maakt Woonhaven deel uit van het eerste open acces warmtenetwerk in België. Dat wil zeggen dat het net open zal staan voor bijkomende leveranciers en/of afnemers van warmte die in een latere fase wensen aan te sluiten.
De voordelen van dit hele netwerk zijn groot voor mens en maatschappij. Wanneer het leidingnet volledig is aangelegd, zal dit warmtenet goed zijn voor een jaarlijkse CO2-besparing van 80.000 ton. Dat is evenveel CO2 als 12.500 Antwerpse gezinnen op één jaar uitstoten. Wanneer Boortmalt en Woonhaven aansluiten, zal het warmtenet onmiddellijk een eerste vermindering van 35.000 ton CO2 per jaar verwezenlijken. Niet minder dan drieduizend huishoudens, 7 scholen en meerdere openbare gebouwen krijgen hun warmte er in de toekomst via een warmtenetwerk dat gevoed wordt met restwarmte uit de industrie. In 2026 sluit Woonhaven haar eerste gebouw op de Luchtbal aan op het net.
Wat is een warmtenet?
Warmtenetten zijn een milieuvriendelijke oplossing om te verwarmen. Een warmtenet is een groot netwerk van ondergrondse buizen met warm water. Dit warm water komt bijvoorbeeld van verschillende bedrijven zoals hier in de haven. Een groot deel van onze gebouwen gaan we in de toekomst op zo’n net aansluiten om de woningen te verwarmen. Hierdoor is een eigen verwarmingsketel op aardgas niet meer nodig.
“Samen met de doorgedreven vernieuwing van het patrimonium is de aansluiting op het stedelijk warmtenet één van de belangrijkste pijlers van het duurzaamheidsbeleid van Woonhaven Antwerpen. Door de aansluiting van de woningen van Rozemaai en Luchtbal zal op termijn de verwarming van ca. 3.200 sociale woningen in het Noorden van Antwerpen CO2-vrij zijn. Door de samenwerking met de verschillende partners kan Woonhaven voor haar sociale huurders een eenvoudig bruikbaar verwarmingssysteem garanderen dat bovendien niet duurder zal zijn dat een klassieke verwarming op aardgas.”